Kunstkamer Rubenshuis naar Museo del Prado in Madrid

De Kunstkamer van Cornelis van der Geest uit de collectie van het Rubenshuis is aangekomen in het Museo del Prado in Madrid. Vanuit het MAS, waar het werk enkele maanden te bewonderen was in de topstukkenexpo ‘Zeldzaam & Onmisbaar’, vertrok het schilderij voor twee jaar naar een van de meest prestigieuze musea ter wereld. Het Rubenshuis is momenteel gesloten voor verbouwingen. Terwijl de kunstenaarswoning wordt gerestaureerd, is de kunstcollectie te gast in binnen- en buitenlandse musea.

Een topstuk vol topstukken, zo kan dit bijzondere schilderij worden omschreven. Deze ambitieuze voorstelling is de geschilderde weergave van de kunstcollectie van Cornelis van der Geest. Begin 17de eeuw ontstaat in Antwerpen een exclusief genre in de schilderkunst: ‘Constkamers’. In zo’n kunstkamer vat de schilder de collectie van een kunstverzamelaar, zodat die ermee kan pronken. Meester in het genre is Antwerpenaar Willem van Haecht. Slechts drie van zijn kunstkamers zijn bekend, dit exemplaar toont de verzameling van Cornelis van der Geest, een belangrijke Antwerpse kunstkenner en vriend en mecenas van Rubens.

Het schilderij zit boordevol precies uitgevoerde kopietjes van de collectie van Van der Geest. Met maar liefst 42 afgebeelde schilderijen, waarvan er vandaag nog 21 gekend zijn, is dit werk een museum in miniatuur. Daarnaast is het ook een uniek groepsportret. Een soort ‘who’s who’ van de toenmalige culturele elite. De schilder en de mecenas zijn erop afgebeeld en staan tussen Rubens, aartshertogen Albrecht en Isabella, Ladislas Wasa, de toekomstige koning van Polen, Anthony van Dyck en de van oorsprong Spaanse kunstverzamelaar Jacomo de Cachiopin. Zowel Van der Geest en Van Haecht hebben zakelijke banden met Spanje. Ze verkopen er schilderijen en Van der Geest verblijft er ook een tijdje. Het is dan ook logisch dat dit werk tijdens de sluiting van het Rubenshuis in het Museo del Prado te zien zal zijn. De Kunstkamer van Cornelis van der Geest vormt er de perfecte aanvulling op de eigen collectie kunstkamerschilderijen, waaronder ook De Vijf Zintuigen. Hiermee waagde Rubens zich samen met Jan Brueghel I ook aan het genre.   

Naast de Kunstkamer zijn twee andere werken in buitenlandse musea te zien. Het marmeren beeldje Hesperus – uit Rubens’ eigen verzameling – vertrekt naar het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden (Nederland). Deze luxueus gesculpteerde steun voor een wandconsole of tafel gebruikt Rubens ter inspiratie bij het schilderen van bijvoorbeeld staande Christuskinderen. Het beeldje vervoegt tijdens de sluiting van het Rubenshuis een kleine groep beelden in Leiden die ook uit Rubens’ verzameling stammen.

Het schilderij Mozes en Sephorah van Jacques Jordaens is tot oktober 2027 uitgeleend aan The Walters Art Museum in Baltimore (VS). Tijdens Ethiophia at the crossroads, een expositie die voor het eerst de Ethiopische kunst in wereldwijde context onderzoekt, is Jordaens een van de weinige oude meesters uit de Westerse kunst die kritisch is over de (toenmalige) verhouding tussen blanken en zwarten.

Het Masterplan

Het Rubenshuis krijgt een nieuw toegangsgebouw van vijf verdiepingen. Robbrecht en Daem Architecten ontwierp een ranke boekentoren die met één ingreep tal van functies combineert en de hele site ontsluit. Ook het onderzoekscentrum en de internationaal gewaardeerde bibliotheek over Rubens – dé place to be voor elk onderzoek naar Rubens en zijn tijdgenoten – wordt er ondergebracht.  Het onthaalgebouw en de tuin openen feestelijk in de zomer van 2024.