Soms lijkt het enkel te leven wanneer grote rampen, liefst in verre landen, onze huiskamer binnenkomen en allerhande media het onheil netjes en haarscherp tot bij ons brengen.
Ons gevoel voor solidariteit is hechter en klinkt luider naarmate de dingen plaats vinden ver van ons bed. Onmiddellijk schieten we in actie, wordt een rekeningnummer geopend en groeien initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Fantastisch toch! Jazeker….
Maar hoe komt het toch dat we gevoelig zijn voor rampen en mistoestanden ver van ons verwijderd en vaak gevoelloos blijven bij schrijnende toestanden in ons land, onze stad, ons dorp, naast onze deur? Heeft het dan enkel met afstand te maken en zo ja, waarom?
Even simpel als onbegrijpelijk zou het antwoord hierop kunnen zijn: hoe dichterbij, hoe meer confronterend het aanvoelt en hoe minder geneigd we zijn om het gevoel van samenhorigheid en solidariteit aan te spreken.
Waarom verwachten we die solidariteit van onze overheden terwijl onze onderlinge solidariteit vaak niet meer is dan een dode letter.
Het lijkt erop dat we koplopers zijn in het oplossen van problemen die eigenlijk de onze niet zijn, maar dat we weglopers blijken wanneer die problemen opduiken in onze directe leefomgeving. Dan roepen we namelijk met luide stem dat een ander – de overheid – het maar moet oplossen.
Wanneer we weer eens wat centen storten op een rekeningnummer naar aanleiding van één of andere (emotionele) oproep om de slachtoffers van een ramp ter hulp te komen, is ons geweten gesust. Ook de fiscale aftrekbaarheid ervan is mooi meegenomen. Een goede daad is verricht, we hebben ons grote hart laten zien. En wanneer de centjes niet toekomen bij de rechtmatige eigenaar, dan steken we de handen in de lucht. Wij hebben een bijdrage geleverd en verder gaat onze verantwoordelijkheid zeker niet!
Makkelijk hé! Toch?
Maar solidariteit betekent zoveel meer wanneer je ze in je directe omgeving kan tonen. Het gaat vaak over heel kleine dingen. Solidariteit begint bij jezelf en is de ruggengraat van de vrijheid.
Gelukkig leven we in Vlaanderen, een welvarende regio gesteund op een maatschappelijk solidariteitsprincipe. We zorgen voor elkaar en betalen voor hen die het minder goed hebben. Doen we dat omdat we gewoonweg solidair zijn, of doen we dit omdat het bij wet verplicht is? Goeie bedenking, niet?
Ik vrees dat het tweede dichter de realiteit benadert. Solidariteit zou geen recht moeten zijn, noch een plicht. Solidariteit zou een verantwoordelijkheid moeten zijn die ieder van ons zou moeten nemen.
Wanneer we dat terug gaan beseffen, zal solidariteit weer synoniem voor vrijheid zijn!