Ik vraag me af hoe het gaat evolueren.
Wanneer ik het neerpen, klink ik als mijn ouders. Een blik in de spiegel maakt duidelijk dat ik het ben met woorden die ik heb aangeleerd. Soms met de aanvulling “Als je groter bent, zal je het wel begrijpen”. Zo gaat dat nu eenmaal.
Ik vraag me dus af hoe dit gaat evolueren.
Het is niet de vraag die ik luidop moet stellen om een ergernis te uiten – want elke dag opnieuw kom ik beroepshalve fantastische en gedreven jongeren tegen – maar het is de vraag die ik luidop wil stellen omdat ik best ongerust ben. Toch over een deeltje van hen.
Sociale contacten aangaan en sociale vaardigheden, leer je aan via je omgeving. Maar het is ook een vaardigheid die je best wel vaak moet oefenen. Niet iedereen is een natuurtalent. Het aanleren vraagt energie van jezelf, maar evengoed van je omgeving. Dit vooral wanneer het maken van weloverwogen keuzes nog wat moeilijk is wegens te jong. Het is als een land waarop je zaait, en vrienden en kennissen zijn het gewas, maar je kunt alleen oogsten als je het gewas voldoende zorg en aandacht geeft. Die zorg en aandacht geven vraagt enige vaardigheden.
Je thuis kan je oefenterrein zijn. Een volwassen evenmens zou dan je leidraad moeten zijn.Maar als we eerlijk zijn, weten we dat dat niet steeds even evident is.
Maar al te vaak is ons drukke leven – werk, kinderen, huishouden, hobby’s – een spelbreker in het strakke ‘ideale’ opvoedingsplan dat we voor ogen hebben.
Televisie, tablet, smart Phone zijn dan een welgekomen afwisseling en vaak ook gewoon een oplossing. Een oplossing die we vaak inschakelen, daar moeten we niet flauw over doen. Steeds met vermelding dat er uitzonderingen zijn uiteraard.
Uiteraard is dat niet alleen zeer jammer, maar ook behoorlijk frustrerend.
Want sociale vaardigheden leer je niet aan via een tablet. Echte sociale contacten leg je niet via facebook, instagram of snapchat.
Je leert ze in het veld, op straat, op het pleintje, sportveld, in de straat. Daar waar echte kinderen en jongeren rondlopen. Daar waar echte volwassenen een mening hebben over het gedrag van ‘onze jeugd’.
Wanneer je weet dat 60% van de Antwerpenaren in een appartement woont of een woning zonder tuin, dan weet je ook dat de enige speeltuin waarover zij beschikken zich in de buurt van de woning bevindt. Ergens achter de hoek of gewoon op de straat.
Dat is dan ook de plek waar kinderen en jongeren kunnen oefenen met sociaal gedrag.
Het is de plek die zorgt voor sociale cohesie. Want die ontstaat alleen maar wanneer mensen effectief buitenkomen en elkaar ontmoeten.
Als schepen voor jeugd is het dan ook mijn verantwoordelijkheid en prioriteit om die ruimte degelijk maar vooral veilig te ontwerpen en in te vullen.
En als stadsbestuur nemen we dit bijzonder serieus. Speelnatuur staat bovenaan het lijstje. Speeltuinen worden op een natuurlijke manier vernieuwd. Pleintjes worden aantrekkelijk opgesmukt en de speelruimteweefselplannen zorgen ervoor dat kinderen zich op een veilige manier van de ene speelruimte naar de andere kunnen verplaatsen.
Wanneer ik dan echter merk dat die speelruimte hoe langer hoe meer wordt ingenomen door ipad, iphone en dergelijke apparatuur, dan maak ik me zorgen.
De digitale speelruimte wordt een belangrijker onderdeel van vrije tijd dan alles waar we als verantwoordelijk bestuur in investeren. Een ruimte die trouwens behoorlijk weinig te bieden heeft wat sociale vaardigheden betreft. Een plek waar in afzondering en eenzaamheid gesprekken worden gevoerd via het vingergetokkel van onze jongeren. Mimiek gaat verloren, aangezien de focus ligt bij het schermpje en niet bij de persoon die een halve meter bij hen vandaan staat.
Conflicten worden online uitgevochten en een dikke duim, hartje, smiley of wat dan ook geeft aan dat alles opnieuw in orde is.
Ik maak me dus zorgen.
Maar ik weiger het om me neer te leggen bij een trend, want ik weet dat nu net dat geen oplossing is.