Vandaag wordt ZULU gelanceerd, het project Zuivere Lucht waarbij Antwerpen samen met vier partners de binnenluchtkwaliteit wil onderzoeken én verbeteren.
Het mooie aan dit (en elk Interreg) project is dat het grensoverschrijdend is: we werken samen met onze collega’s uit Den Haag. Het is een uitgelezen opportuniteit om kennis uit te wisselen en van mekaar te leren over hoe om te gaan met de hedendaagse uitdagingen in de stad.
Onze luchtkwaliteit heeft een impact op de gezondheid van onze inwoners en bezoekers. Vooral in steden kan de uitstoot van verkeer en gebouwverwarming snel oplopen. In Antwerpen voeren we daarom een duidelijk en doordacht beleid om onze luchtkwaliteit te verbeteren.
We werken op twee sporen: prioritair gaat onze aandacht naar het aanpakken van maatregelen bij de bron. Maar het luchtkwaliteitsbeleid bestaat niet uit ‘of-of’, het is ‘en-en’. Het is belangrijk om niet enkel de luchtkwaliteit aan te pakken, maar ook de blootstelling – in het bijzonder bij onze kinderen.
In 2014 stelden we samen met het havenbedrijf en de Vlaamse overheid het ‘Vlaams actieplan fijn stof en stikstofdioxide voor stad en haven van Antwerpen 2014-2018’ op. Het omvat meerdere maatregelen, o.a. voor de haven, de industrie en de gebouwverwarming in onze stad.
De bekendste en meest zichtbare actie van het plan is de invoering van de allereerste lage-emissiezone van Vlaanderen. Antwerpen was pionier om de oudste en meest vervuilende voertuigen uit het stadscentrum te weren. Zo komen er minder vervuilende stoffen in de lucht terecht. Het doel van de lage-emissiezone is om de luchtkwaliteit te verbeteren en de gezondheid van onze inwoners en bezoekers te beschermen, zonder hierbij de auto te bannen uit de stad. Dat zou immers heel wat economische en sociale schade met zich meebrengen.
Recente metingen van VMM tonen aan dat we op de goede weg zijn. We zien een significante daling voor NO2, NOx en roet – net die parameters die het meest verkeersgerelateerd zijn. Er is een daling aan vervuilende stoffen in de lucht gemeten bij de verschillende meetpunten op het grondgebied Antwerpen, deze daling is het sterkst bij de verkeersgerelateerde meetpunten binnen de LEZ.
Daarnaast pakken we ook de blootstelling van extra kwetsbare doelgroepen aan. Begin mei werd het beoordelingskader lucht en geluid goedgekeurd. Dat wil zeggen dat we bij het bouwen van een nieuwe school of een nieuw kinderdagverblijf eerst naar de lokale luchtkwaliteit kijken. Voor bestaande scholen en kinderdagverblijven die zich in minder gunstige gebieden bevinden, nemen we maatregelen om de blootstelling te verbeteren, bijvoorbeeld via luchtfilters.
Jonge kinderen zijn immers extra kwetsbaar voor luchtvervuiling. Hun longen zijn zich immers nog volop aan het ontwikkelen en in verhouding met hun lichaamsgewicht ademen ze extra grote volumes lucht in.
Luchtkwaliteit is een bijzonder actueel thema, dat merk je zowel in de media als bij bezorgde burgers. De luchtkwaliteit is de laatste decennia al sterk verbeterd. We hebben reeds verschillende maatregelen genomen, maar met project ZULU gaan we samen met Den Haag, Universiteit Antwerpen, VMM en VFA Solutions een nieuwe stap zetten. Een volgende stap richting een betere luchtkwaliteit.
ZULU is een opportuniteit om op korte termijn de meest gevoelige burgers in onze stad extra te beschermen. Jonge kinderen horen hier zeker bij. Veel van hen spenderen een groot deel van hun tijd binnen, waar de lucht niet altijd optimaal is.
Vervuilde buitenlucht kan zich namelijk makkelijk een weg naar binnen banen via roosters, kiertjes en spleetjes. Anderzijds wordt er ook binnen luchtvervuiling geproduceerd. Fijn stof van je huid of je kledij, maar ook andere schadelijke stoffen van bijvoorbeeld schoonmaakproducten. Het is dus belangrijk om onze binnenruimtes voldoende te verluchten.
ZULU onderzoekt de komende jaren de relatie tussen binnen- en buitenlucht. Daarna kunnen we innovatieve technieken en methodes opzetten om de kwaliteit van onze binnenlucht te verbeteren. Een slechte binnenlucht heeft namelijk een grote invloed op de leerprestaties en ontwikkeling van onze kinderen.
Universiteit Antwerpen en VAF Solutions zijn nu al bezig met het ontwikkelen van deze nieuwe luchtzuiveringstechnologie. Dit zou luchtzuivering op een duurzame en efficiënte manier mogelijk maken in gebouwen waar gevoelige doelgroepen aanwezig zijn zoals scholen of kinderdagverblijven. Als schepen voor Leefmilieu kijk ik enorm uit naar het testen van deze tools in een kinderdagverblijf in Antwerpen en een school in Den Haag. De criteria voor de selectie van deze locaties worden in de loop van dit jaar bepaald. De demonstratie zal plaats vinden in 2019.
Daarnaast hebben we ook verwachtingen rond het stadslabspoor dat voor dit project wordt opgezet. Via een aantal living labs proberen we beter te begrijpen wat alle boosdoeners zijn bij binnenluchtverontreiniging. Want het is zeker mogelijk dat we een aantal oorzaken nog niet kennen.
In Antwerpen pakt ook Stadslab2050 dat vraagstuk aan. Zij gaan bijvoorbeeld experimenteren rond het zuiveren van binnenlucht, het verkeer rond meer kwetsbare omgevingen zoals scholen en kinderdagverblijven, de impact van planten en ventilatie via ramen.
Ik schreef daarnet dat ZULU een project is waarbij we met vier partners samenwerken. Maar eigenlijk klopt dat niet helemaal. Want ook burgers, scholen en organisaties gaan meedenken hoe we de luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Hun vragen en ideeën dragen bij tot het vinden van oplossingen.
Luchtkwaliteit is een heel complex thema en een eenduidige superoplossing bestaat sowieso niet. Maar de vooruitgang die we de voorbije jaren hebben geboekt toont dat kleine ideeën snel grote verschillen kunnen maken. Hier gaan we de komende jaren samen op verder bouwen. Alle partners binnen het ZULU-project, maar ook burgers, ondernemers, scholen, organisaties… Alleen zo komen we tot de beste resultaten.