Schepen Ait Daoud vraagt verantwoording aan districtsburgemeester Preneel

Gisteren liet schepen Ait Daoud een onderzoek voeren naar het dossier rond de erkenning van een kind met het oog op het verkrijgen van een verblijfsrecht. De bevindingen van dat onderzoek tonen aan dat verschillende uitspraken van mevrouw Preneel op gespannen voet leven met de waarheid.

De erkenning van een kind door iemand die illegaal in dit land verblijft kan een basis vormen om verblijfsrecht te verkrijgen in ons land. Daarom is sinds 1/4/2018 de wet op frauduleuze erkenningen in voege. Op die manier kan een lokaal bestuur proactief onderzoek voeren bij een vermoeden van frauduleuze erkenning. Het Openbaar Ministerie stelt voor zulke dossiers adviezen op om de beslissing te motiveren. Een beslissing van districtsburgemeester van Borgerhout Marij Preneel om af te wijken van een negatief advies was de aanleiding om het dossier te onderzoeken.

Of iemand al dan niet de biologische ouder is van een kind, doet in erkenningsdossiers niet ter zake. De juridische afweging is of het gaat om een erkenning met de intentie een verblijfsrecht te verkrijgen. Deze loskoppeling zorgt ervoor dat biologische verwantschap ook niet onderzocht wordt door de cel schijnerkenningen van de stad Antwerpen.

Districtsburgemeester Preneel stelt echter dat ze het advies van de cel schijnrelaties en schijnerkenningen en het van het parket naast zich neerlegde omdat ‘ieder kind recht heeft op een vader’ en ze ervan uitgaat dat ‘een aanvraag oprecht is tot het tegendeel is bewezen’. Ze beweerde eveneens in Gazet van Antwerpen dat de biologische verwantschap in het dossier erkend werd. “Welnu, ik leid daar uit af dat mevrouw Preneel haar dossiers niet kent. De wet frauduleuze erkenningen is immers mede in het leven geroepen om te vermijden dat kinderen verwekt worden met het oog op hier verblijfsrechten te verkrijgen. Daarom is biologische verwantschap losgekoppeld van het juridische aspect rond erkenningen,” verduidelijkt schepen Ait Daoud. “Ik vind het hallucinant dat mevrouw Preneel haar eigen ideologie doordrukt ten koste van kinderen die misbruikt worden om een illegaal verblijf om te zetten in een legaal verblijf. Bovendien kan ze onmogelijk weten of de aanvrager wel de biologische vader van het kind is: de cel schijnerkenningen voert enkel onderzoek naar de intenties van de aanvrager en het dossier van het parket heeft ze nooit opgevraagd. Ofwel is de districtsburgemeester naïef, ofwel is ze onverantwoordelijk.”

Het onderzoek toont ook aan dat er geen administratieve fouten gebeurd zijn in het dossier. De procedures zijn correct toegepast en het negatieve advies van het Openbaar Ministerie werd door de betrokken dienst, die onder de verantwoordelijkheid valt van schepen voor loketten Nabilla Ait Daoud, bezorgd aan het district. “Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat zij alle informatie correct doorgegeven hebben. Zij hebben geen enkele fout gemaakt. De stedelijke administratie kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor het feit dat districtsburgemeester Preneel kennelijk geen enkele moeite gedaan heeft om het dossier van het parket in te kijken,” stelt schepen Ait Daoud.

Uit het onderzoek bleek ook dat de brief van het Openbaar Ministerie aan districtsburgemeester Preneel met de vraag om haar beslissing te duiden, wel degelijk aan haar bezorgd werd in tegenstelling tot wat ze beweerde. “Ook ik ben benieuwd naar haar motivatie waarom ze afweek van het advies”, stelt schepen Ait Daoud. “Mijn diensten bereiden dergelijke dossiers grondig voor en staan in contact met het parket. Ik zal een formele vraag naar haar motivatie stellen.”