Artikel Knack ‘Kinderopvang met de factuurregering Bourgeois I: kleine kinderen, grote kosten’
Een stad als Antwerpen heeft een tekort aan kinderopvangplaatsen.
Dat is geen nieuw gegeven en dat is ook geen alleenstaand feit. We zijn niet de enige stad die kampt met dit probleem.
Wanneer we de zogenaamde Barcelonanorm willen halen – die stelt dat 33 kinderen op de 100 een opvangplaats moet hebben – dan is er werk aan die winkel.
Ik ben de eerste die pleit voor keuzes in het leven. Maar ik ben ook de eerste die pleit voor verantwoordelijkheid die verbonden is met die keuzes.
Je werkregime is vaak een keuze. Deeltijds, 80%, voltijds….
Je kan van een overheid niet verwachten dat ze het kinderopvanglandschap invult volgens de unieke en persoonlijke keuze van iedereen. Maar we doen wel ons best. Want het opvangplan stel je zelf op. Je bepaalt helemaal zelf hoeveel dagen je gebruik wil maken van een opvangplaats. Het is niet meer of niet minders dan een contract. En goede afspraken, maken goed vrienden, dat weten we allemaal. Wanneer ik een huurcontract afsluit en ik ga een maand op reis, zal mijn huisbaas niet staan springen wanneer ik die maand niet betaal.
Lege plaatsen én niet voldoende plaatsen, een unieke mix, die kabbelt als citroen in een tas warme melk. Dat was het recept van vorige maatregelen.
We hebben de luxe niet meer om kinderopvang te voorzien voor ouders die het niet echt nodig hebben.
Dat is de realiteit van vandaag. En die realiteit is geen mooi plaatje. Sommige ouders kunnen niet opnieuw aan het werk, omdat ze geen plekje hebben in de opvang. Sommige ouders moeten onbezoldigd verlof nemen na hun zwangerschapsrust gewoon omdat ze geen plekje hebben in de kinderopvang.
Dan moet je als overheid keuzes maken. Ga je je ogen sluiten of er effectief iets aan doen?
Het is onze plicht om alvast te proberen iedereen een plekje te geven in een betaalbare kinderopvang. Het is onze plicht om mensen een keuze te geven in het leven.
Want wanneer we dat niet doen, dan is die rauwe realiteit er terug.
De realiteit waarbij er effectief lege plaatsen zijn in de kinderopvang. De realiteit waarbij een bezettingsgraad van 60%, geen unicum is. Dat wil zeggen dat 40% lege plaatsen op sommige dagen ook geen rariteit is. We kunnen uiteraard allemaal rekenen, maar uit de interpretatie van het rekensommetje trekken we duidelijk andere conclusies.
Wat mij betreft is 40% niet ingevulde plaatsen een verlies-verlies positie voor zowel ouders als voor de opvanginitiatieven. Dit lijkt me niet bepaald een aanmoedigend tafereel om als zelfstandige van start te gaan in de kinderopvang. En geloof me, we hebben vers bloed nodig om er te geraken!
Stonden die plaatsen vroeger voortdurend leeg? Ik denk dat iedereen in koor kan verkondigen ‘ik weet het niet’. ‘Ik kon het niet voorspellen’. En ik wil er gerust nog een cliché zinnetje achter pennen ‘de ene dag was de andere niet’. En op die manier moesten zelfstandigen en ook stedelijke kinderopvanginitiatieven werken.
Efficiënt? Allesbehalve wat mij betreft.
Betaalbare kinderopvang moet er zijn voor iedereen. Zowel voor de deeltijds werkende ouder, als voor de fulltime werkende ouder. Ik wil occasionele opvanginitiatieven voor mensen met een tijdelijke job en ouders die een opleiding volgen. Want iedereen, ook ‘kansarmen’ en kansengroepen’ moeten het recht hebben keuzes te maken voor zichzelf en hun kinderen.
Ik maak de keuze om als schepen voor kinderopvang in Antwerpen het Vlaamse beleid te ondersteunen en samen te gaan voor een betaalbare kinderopvang voor iedereen (die het nodig heeft).