Iedere grootstad kampt met een zwerfkattenproblematiek. Vaak wordt hier echter geen beleid rond gevoerd. In Antwerpen kies ik ervoor om wél actief een visie voor onze 2.434 zwerfkatten uit te tekenen. Dit enerzijds om hun nadelen in te perken en anderzijds om hun voordelen uit te spelen.
Zwerfkatten in een grootstad
Vaak worden de voordelen van zwerfkatten onderschat. Bijvoorbeeld hun jacht op muizen is een enorme meerwaarde in grootsteden. Daarnaast zorgen achterlaten katten echter ook voor problemen, zoals overlast, en moeten we als stad er altijd voor ijveren om dierenleed maximaal te bestrijden.
Zwerfkattenbeleid
Mijn beleid in Antwerpen is gericht op drie zaken: dat zwerfkatten het nodige en juiste voedsel krijgen, dat ze voldoende drinken krijgen en dat er – indien nodig – een aangepaste behandeling bij de dierenarts voorzien wordt.
Praktisch
- De zwerfkatten worden gevangen door de dienst dierenoverlastbeheer van de stad.
- De katten worden onvruchtbaar gemaakt bij de dierenarts, krijgen een oorknip ter herkenning en worden gecheckt op ziektes en verwondingen en hiervoor behandeld. Ook een behandeling tegen luizen, vlooien, wormen of oormijt behoort tot de mogelijkheden.
- Kunnen de dieren nog gesocialiseerd worden? Dan gaan ze naar het asiel en wachten ze daar op een nieuwe thuis
- Na de dierenarts worden de andere katten opnieuw uitgezet op dezelfde plaats waar ze gevangen werden. Zo kunnen ze hun territorium behouden.
Vrijwilligers
De stad kan voor het verzorgen van onze zwerfkatten rekenen om een samenwerking met zo’n 431 vrijwilligers. Zij zorgen voor voeding en drinken in de 254 voederhokken en op de 494 voederplaatsen die de stad ter beschikking stelt. Ook controleren zij de dieren op eventuele verwondingen. Daarnaast zijn er nog 530 slaaphokken voor de zwerfkatten waar ze veilig en beschut kunnen schuilen en slapen. De stad is de vrijwilligers enorm dankbaar voor hun enthousiaste inzet.
Kortom: het zwerfkattenbeleid van Antwerpen zorgt voor een aangepaste verzorging van de zwerfkatten, met het oog op het voorkomen van overlast en het tegengaan van dierenleed.